Met een duurnotatie bepaalt u hoe aanduidingen van duur, zoals weken, dagen, uren, minuten, seconden en milliseconden worden weergegeven.
Selecteer de cel of cellen.
Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Tabelinfo'.
Klik in het infovenster 'Tabel' op 'Opmaak'.
Kies 'Duur' uit het venstermenu 'Celnotatie'.
Selecteer met de regelaar 'Eenheden' de eenheden om de duur aan te geven.
Standaard worden uren, minuten en seconden weergegeven (u, m en s).
Als u één eenheid wilt selecteren, sleept u het linker- of rechteruiteinde van de schuifregelaar naar het midden tot deze zo kort mogelijk is. Vervolgens klikt u in het midden van de schuifregelaar en sleept u deze over de eenheid die u wilt gebruiken.
Als u meer dan één eenheid wilt selecteren, maakt u de schuifregelaar langer en sleept u deze over de eenheden die u wilt gebruiken.
Kies een notatie uit het venstermenu 'Notatie'.
Zie Instellen hoe waarden in tabelcellen worden weergegeven voor meer informatie over andere celnotatietypen.