Met koptekstrijen en -kolommen kunt u rijen en kolommen labelen. Koptekstrijen en -kolommen hebben een andere opmaak dan de overige rijen en kolommen in de tabel, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn. Koptekstrijen worden gevormd door de bovenste cellen van elke kolom. Koptekstkolommen worden gevormd door de meest linkse cellen van elke rij.

U kunt maximaal vijf koptekstrijen en vijf koptekstkolommen gebruiken. Meerdere kopteksten zijn handig als u namen aan twee of meer koptekstkolommen of koptekstrijen wilt toewijzen. Om een koptekst zo op te maken dat deze meerdere rijen of kolommen omspant, voegt u de koptekstcellen samen, zoals beschreven in Tabelcellen samenvoegen.

Als een tabel zowel koptekstrijen als koptekstkolommen heeft, behoren de cel of cellen linksboven tot de koptekstrij. Koptekstkolommen worden onder eventuele koptekstrijen weergegeven.

Om koptekstrijen of -kolommen toe te voegen, selecteert u eerst een tabel.

Manieren om koptekstrijen of -kolommen toe te voegen:
  • Selecteer het gewenste aantal kopteksten uit de venstermenu's voor koptekstrijen en kolommen in de opmaakbalk.

  • Kies 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Koptekstrijen' of 'Koptekstkolommen' > n (het aantal koptekstrijen of koptekstkolommen) uit het submenu.

  • Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk, klik op de knop 'Tabelinfo' en klik vervolgens op 'Tabel'. Kies het aantal koptekstrijen of -kolommen uit het venstermenu 'Kop-/voetteksten'.

Verwijder koptekstrijen en -kolommen op de manier waarop u normaal gesproken rijen of kolommen verwijdert. Zie Een rij of kolom verwijderen voor meer informatie.

Cellen met koptekst spelen een belangrijke rol bij het aanmaken en leesbaar maken van formules in tabelcellen. Voor meer informatie over de honderden iWork-functies kiest u 'Help' > 'Formules en functies Help' of raadpleegt u de Formules en functies Help op het internet.