Met een getalnotatie bepaalt u hoe decimalen, negatieve getallen en het scheidingsteken voor duizendtallen worden weergegeven.
Selecteer de cel of cellen.
Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Tabelinfo'.
Klik in het infovenster 'Tabel' op 'Opmaak'.
Kies 'Getal' uit het venstermenu 'Celnotatie'.
Geef in het veld 'Decimalen' het aantal decimalen op. Als een getal meer decimalen bevat dan het aantal dat u instelt, wordt het getal afgerond en niet afgekapt. Als u het aantal decimalen bijvoorbeeld hebt ingesteld op 2, wordt de waarde 3,456 weergegeven als '3,46' (en niet als '3,45').
Om de notatie voor negatieve waarden in te stellen, kiest u een optie uit het venstermenu naast het veld 'Decimalen'.
Schakel het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' in als u een scheidingsteken voor duizendtallen wilt instellen. Schakel het anders uit.
Zie Instellen hoe waarden in tabelcellen worden weergegeven voor meer informatie over andere celnotatietypen.