Voor vormen, diagramonderdelen, tekstvakken en tabelcellen kunt u een stijl en kleur kiezen voor de rand van het object. U kunt ook opgeven dat het object geen rand heeft. Ook kunt u een rand om geïmporteerde afbeeldingen plaatsen. U stelt de lijnstijl en -kleur voor randen in het infovenster 'Afbeelding' en het venster 'Kleuren' in.

De lijnstijl en -kleur voor de rand van een object instellen
  1. Selecteer het object dat u wilt wijzigen.

  2. Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Afbeeldingsinfo'.

  3. Kies 'Lijn' uit het venstermenu 'Lijn'.

  4. Kies uit het venstermenu een lijnstijl. Voor tabellen kunt u alleen een ononderbroken lijn of 'Geen' instellen.

  5. Wijzig de lijndikte door een waarde op te geven in het veld voor de dikte (of klik op de pijlknoppen).

  6. Klik op het kleurenvak en selecteer vervolgens een kleur om de lijnkleur te wijzigen.

  7. Om eindpunten, zoals een pijlkop of cirkel, voor de lijn in te stellen, kiest u het gewenste linker- en rechtereindpunt uit de venstermenu's.