Wanneer u een nieuwe tabel toevoegt in Keynote, bestaat de tabel uit drie rijen en drie kolommen. Afhankelijk van het thema dat u gebruikt, kan de tabel ook koptekstrijen en -kolommen bevatten. Het ontwerp van tabellen past bij het thema.
U kunt eenvoudig het aantal kolommen en rijen aanpassen en een koptekstkolom of koptekst- en voettekstrijen toevoegen of verwijderen voordat u inhoud in de cellen gaat invoeren.
Klik op de knop 'Tabel' in de knoppenbalk of kies 'Voeg in' > 'Tabel'.
Er verschijnt een tabel met drie rijen en drie kolommen.
Pas het aantal rijen en kolommen aan door het gewenste aantal op te geven in de velden 'Rijen' en 'Kolommen' in de opmaakbalk.
Als u een of meer koptekstkolommen wilt toevoegen, klikt u op de koptekstkolomknop in de opmaakbalk en selecteert u het gewenste aantal uit het venstermenu (maximaal vijf).
Als u nu alleen maar op de koptekstkolomknop klikt, wordt één koptekstkolom toegevoegd of verwijderd, tenzij u al meerdere kopteksten hebt toegevoegd of al inhoud in de cel hebt ingevoerd.
Als u een of meer koptekstrijen wilt toevoegen, klikt u op de koptekstrijknop in de opmaakbalk en kiest u het gewenste aantal uit het venstermenu (maximaal vijf).
Als u nu alleen maar op de koptekstrijknop klikt, wordt één koptekstrij toegevoegd of verwijderd, tenzij u al meerdere kopteksten hebt toegevoegd of al inhoud in de cel hebt ingevoerd.
Als u een of meer voettekstrijen wilt toevoegen, klikt u op de voettekstrijknop in de opmaakbalk en kiest u het gewenste aantal uit het venstermenu (maximaal vijf).
Als u nu alleen maar op de voettekstrijknop klikt, wordt één voettekstrij toegevoegd of verwijderd, tenzij u al meerdere voetteksten hebt toegevoegd of al inhoud in de cel hebt ingevoerd.
Als u de grootte van de tabel wilt aanpassen, sleept u een van de selectiegrepen.
Als u de verhoudingen van de tabel wilt handhaven, houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u sleept.
Als u het formaat van de tabel vanuit het midden wilt wijzigen, houdt u de Option-toets ingedrukt terwijl u sleept.
Sleep de tabel naar de gewenste positie in het diawerkgebied.
Houd de Option-toets ingedrukt en klik op 'Tabel' in de knoppenbalk.
Laat de Option-toets los en sleep over het diawerkgebied (de aanwijzer wordt kruisvormig).
Tijdens het slepen verschijnt een tabel en verandert het aantal rijen en kolommen mee met de grootte van de tabel.
Pas de grootte en positie van de tabel aan op de manier die in de taak hierboven wordt beschreven.
Om een nieuwe tabel aan te maken op basis van een of meer aangrenzende cellen in een bestaande tabel, selecteert u de gewenste cel of cellen en sleept u deze naar een lege locatie in het diawerkgebied.
Kopieer een tabel in een Pages-document of Numbers-werkblad en plak de tabel in het diawerkgebied.
Zie Inhoud typen in tabelcellen voor meer informatie over het invoeren van inhoud in tabelcellen.
Nadat u een tabel hebt aangemaakt, kunt u, om precies het gewenste tabeluiterlijk te creëren op elk gewenst moment rijen en kolommen toevoegen en verwijderen, de rij-, kolom- en celafmetingen aanpassen en celkleuren en randstijlen wijzigen, enzovoort. Zie voor meer informatie de onderwerpen onder: