U kunt een diagram gebruiken om trends of relaties aanschouwelijk te maken die minder duidelijk zijn wanneer de gegevens in rijen en kolommen worden weergegeven. In Keynote kunt u uw gegevens presenteren in verschillende typen 2D- en 3D-diagrammen, zoals een cirkeldiagram, lijndiagram, staafdiagram, kolomdiagram en vlakdiagram. Kies het type diagram waarin uw gegevens het duidelijkst worden gepresenteerd of gebruik een gemengd diagram om twee diagramtypen in één figuur weer te geven. U kunt uw gegevens ook in een tweedimensionaal spreidingsdiagram weergeven, waarbij een lineaire of logaritmische schaal wordt gebruikt.

Voorbeeld

U wilt een diagram aanmaken waarin de veranderingen in de vogelpopulatie in twee berggebieden tussen 2007 en 2010 worden getoond. Deze gegevens zijn opgenomen in een tabel met rijen voor Regio 1 en Regio 2. De onderzoeker heeft in beide gebieden van 2007 tot 2010 elk jaar het aantal vogels geteld. Er zijn dus vier gegevenspunten (waarden) voor elk gebied.

Als u deze gegevens weergeeft in een kolomdiagram, ziet u vier keer twee staven, die de vier jaren aanduiden.

In dit diagram worden Gebied 1 en Gebied 2 de gegevensreeksen genoemd, omdat de gegevenspunten (de aantallen vogels) in elk gebied worden aangeduid met een reeks kolommen met dezelfde kleur (één voor elk jaar). Elke kolom voor Regio 1 staat naast de bijbehorende kolom voor Regio 2, en elke groep kolommen wordt een gegevensset of categorie genoemd (2007 is een categorie, 2008 is een categorie, enzovoort).

Als u de gegevens op een andere manier wilt benaderen, kunt u ze transponeren en de gegevenspunten niet per jaar, maar per gebied groeperen. In dit voorbeeld worden de gegevenspunten voor elk jaar weergegeven als een reeks kolommen (gegevensreeksen). Elke reeks bestaat uit slechts twee gegevenspunten. De groepen kolommen voor elk gebied zijn de categorieën. Dit kolomdiagram bevat twee sets van vier kolommen (gegevenspunten), één categorie voor Gebied 1 en één categorie (of gegevensset) voor Gebied 2.

Gegevensreeksen worden in de verschillende diagramtypen verschillend weergegeven:

  • In een kolomdiagram en een staafdiagram wordt een gegevensreeks aangeduid met een aantal staven die dezelfde vulling (kleur of textuur) hebben.

  • In een lijndiagram wordt een gegevensreeks aangeduid met een enkele lijn.

  • In een vlakdiagram wordt een gegevensreeks aangeduid met één vlak.

  • In een cirkeldiagram wordt slechts één gegevensset, namelijk het eerste gegevenspunt van elke reeks, in het diagram weergegeven (het gegevenspunt dat als eerste wordt vermeld in de diagramgegevenseditor).

  • In een spreidingsdiagram wordt elk punt in de grafiek door een x- en y-waarde bepaald. Twee kolommen met waarden worden als x- en y-coördinaten uitgezet in een diagram dat de gegevenspunten in één gegevensreeks weergeeft.

Zie Een nieuw diagram toevoegen en gegevens invoeren voor meer informatie over het invoeren van gegevens voor diagrammen en het transponeren van de gegevens om het diagram op de hierboven beschreven manieren te wijzigen. Zie Werken met spreidingsdiagrammen voor meer informatie over het werken met spreidingsdiagrammen.

Zie De assen van een diagram opmaken en De elementen van een gegevensreeks van een diagram opmaken voor meer informatie over het wijzigen van de weergave van een diagram.