Aan elk diagram dat u maakt, zijn een titel, legenda en labels gekoppeld. Deze onderdelen kunt u in de diavoorstelling tonen of verbergen en u kunt de weergave en plaatsing op de dia aanpassen. Daarnaast kunt u de kleuren, textuur, schaal van de assen, maatstreepjes en gegevenspuntlabels van diagrammen wijzigen. 2D-diagrammen kunt u roteren en in 3D-diagrammen kunt u de hoek en de belichtingsstijl aanpassen.

De meeste instructies in dit onderwerp zijn van toepassing op het uitvoeren van taken in het infovenster 'Diagram'. Veel van deze taken kunnen ook worden uitgevoerd met behulp van de opmaakbalk. Welke opties in de opmaakbalk worden weergegeven, is afhankelijk van het onderdeel dat u in het werkgebied hebt geselecteerd. In de opmaakbalk worden dus altijd de juiste opmaakopties weergegeven.

Zie de relevante onderwerpen hieronder voor meer informatie over het opmaken van diagrammen:

Als u labels of bijschriften aan een diagram wilt toevoegen, kunt u een vrij tekstvak toevoegen. Zie Een vrij tekstvak toevoegen voor meer informatie.