Schaduwen zorgen voor een diepte-effect in uw dia's. De schaduw van een object valt op de objecten erachter, als die er zijn. U kunt veel verschillende schaduweffecten creƫren, of de schaduw van een object verwijderen.
Selecteer het object of de tekst.
Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Afbeeldingsinfo'.
Schakel het aankruisvak 'Schaduw' in om een schaduw aan het object toe te voegen. Schakel het aankruisvak 'Schaduw' uit om de schaduw te verwijderen.
Stel de hoek van de schaduw in met behulp van de knop 'Hoek'.
Met behulp van het veld 'Afstand' kunt u de afstand tussen de schaduw en het object instellen.
Als u een hoge waarde instelt voor de afstand, lijkt de schaduw van een object langer en is deze iets gescheiden van het object.
Met behulp van het veld 'Vervaging' kunt u de scherpte van de schaduwrand aanpassen.
Als u een hoge vervagingswaarde instelt, wordt de schaduw vager. Als u een lage waarde instelt, zijn de randen van de schaduw scherper.
Om de mate van ondoorzichtigheid van de schaduw te wijzigen, geeft u een percentage op in het veld 'Ondoorzichtigheid'. U kunt de mate van ondoorzichtigheid van een schaduw niet wijzigen met behulp van de schuifknop 'Ondoorzichtigheid' onder in het infovenster 'Afbeelding'. Deze schuifknop is bestemd voor het wijzigen van de mate van ondoorzichtigheid van het object zelf (niet van de schaduw van het object).
Om de kleur van de schaduw te wijzigen, klikt u op het kleurenvak in het gedeelte 'Schaduw' en selecteert u vervolgens een kleur.