Een cirkeldiagram vertegenwoordigt één gegevensset en elk cirkelsegment vertegenwoordigt één gegevenspuntwaarde in de desbetreffende set (het eerste gegevenspunt van elke gegevensreeks). Als de gegevensreeksen in rijen zijn ingedeeld, wordt alleen de eerste kolom in het diagram weergegeven. Als de gegevensreeksen in kolommen zijn ingedeeld, wordt alleen de eerste rij in het diagram weergegeven. U kunt elke gewenste gegevensset in een diagram uitzetten door de set naar de eerste rij of kolom van de tabel in de gegevensdiagrameditor te verplaatsen.
Om de weergave van afzonderlijke cirkelsegmenten aan te passen, selecteert u eerst het cirkeldiagram en vervolgens de segmenten die u wilt wijzigen.
Om één cirkelsegment te selecteren, klikt u op het segment.
Om alle cirkelsegmenten te selecteren, selecteert u een willekeurig cirkelsegment en drukt u op Command + A.
Als de segmenten niet aan elkaar grenzen, houdt u de Command-toets ingedrukt en selecteert u de segmenten.
Als de gewenste segmenten aan elkaar grenzen, selecteert u het eerste segment en houdt u vervolgens de Shift-toets ingedrukt terwijl u het laatste segment selecteert.
Keynote laat u kiezen uit diverse opties om de weergave van de segmenten van een cirkeldiagram of het hele cirkeldiagram aan te passen. Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie: