U kunt het toetsenbord, de muis en het trackpad gebruiken om snel verschillende taken uit te voeren in Keynote. Kijk in de menu's (of raadpleeg hier de lijst met toetscombinaties) voor de toetscombinaties voor algemene menucommando's. Druk in de hier aangegeven volgorde op de toets(en) om de handeling uit te voeren.
HANDELING
|
TOETSCOMBINATIE
|
---|---|
Objecten gebruiken
|
|
Het volgende object op de dia selecteren |
Tab |
Het vorige object op de dia selecteren |
Shift + Tab |
Het geselecteerde object één pixel verplaatsen |
Pijltoetsen |
Het geselecteerde object tien pixels verplaatsen |
Shift + pijltoets |
Objecten toevoegen aan (of verwijderen uit) eerder geselecteerde objecten |
Shift + klikken of Command + klikken |
Een reeks toevoegen aan (of verwijderen uit) een eerder geselecteerde reeks |
Shift + slepen of Command + slepen |
De verplaatsing van een object beperken tot een hoek van 45 graden |
Shift + slepen |
Een object vergroten of verkleinen |
Greep slepen |
Een object vergroten of verkleinen vanuit het midden |
Option + greep slepen |
Hoogte/breedte-verhouding behouden tijdens het vergroten of verkleinen van een object |
Shift + greep slepen |
Hoogte/breedte-verhouding behouden tijdens het vergroten of verkleinen vanuit het midden |
Option + Shift + greep slepen |
Een object roteren |
Command + greep slepen |
Object 45º roteren |
Shift + Command + greep slepen |
Object roteren rond tegenoverliggende greep (in plaats van rond midden) |
Command + Option + greep slepen |
Object 45º roteren rond tegenoverliggende greep (in plaats van rond midden) |
Shift + Command + Option + greep slepen |
Hulplijnen uitschakelen |
Command + slepen |
Het contextuele menu voor het geselecteerde object openen |
Control + klikken |
De modus voor het wijzigen van tekst beëindigen en het object selecteren |
Command + Return |
Een afbeelding bijsnijden of bijsnijden ongedaan maken |
Shift + Command + M |
De modus voor bijsnijden of direct alfa-functie sluiten |
Return, Enter, Command + Return of dubbel klikken |
De modus voor bijsnijden opnieuw activeren |
Dubbel klikken op bijgesneden afbeelding |
Het geselecteerde object dupliceren |
Command + D of Option ingedrukt houden en slepen |
Geselecteerd object dupliceren en 1 pixel verplaatsen |
Command + Option + pijltoets |
Geselecteerd object dupliceren en 10 pixels verplaatsen |
Command + Option + Shift + pijltoets |
Object op de achtergrond plaatsen |
Shift + Command + B |
Object een laag naar achteren plaatsen |
Option + Shift + Command + B |
Object op de voorgrond plaatsen |
Shift + Command + F |
Object een laag naar voren plaatsen |
Option + Shift + Command + F |
Objecten groeperen |
Option + Command + G |
Groepering van objecten opheffen |
Option + Shift + Command + G |
Objecten vergrendelen |
Command + L |
Vergrendeling van objecten opheffen |
Option + Command + L |
Het object kiezen dat u wilt invoegen |
Shift + Command + V |
Object definiëren als plaatsaanduiding voor tekst |
Command + Option + Control + T |
Object definiëren als plaatsaanduiding voor media |
Command + Option + Control + I |
Tekst bewerken
|
|
Een woord selecteren |
Dubbel klikken in het woord |
Een alinea selecteren |
Drie keer klikken in de alinea |
De tekstselectie uitbreiden |
Klikken in de tekst en vervolgens Shift + klikken op een andere locatie in de tekst |
Eén teken naar rechts gaan |
Pijl-rechts |
Eén teken naar links gaan |
Pijl-links |
De selectie met één teken naar rechts uitbreiden |
Shift + Pijl-rechts |
De selectie met één teken naar links uitbreiden |
Shift + Pijl-links |
Naar het einde van het huidige of volgende woord gaan |
Option + Pijl-rechts |
Naar het begin van het huidige of vorige woord gaan |
Option + Pijl-links |
De selectie uitbreiden tot het einde van het huidige woord |
Shift + Option + Pijl-rechts |
De selectie uitbreiden tot het begin van het huidige woord |
Shift + Option + Pijl-links |
Naar het einde van de huidige regel gaan |
Command + Pijl-rechts |
Naar het begin van de huidige regel gaan |
Command + Pijl-links |
De selectie uitbreiden tot het einde van de huidige regel |
Shift + Command + Pijl-rechts |
De selectie uitbreiden tot het begin van de huidige regel |
Shift + Command + Pijl-links |
Eén regel omhoog gaan |
Pijl-omhoog |
Eén regel omlaag gaan |
Pijl-omlaag |
De selectie met de regel erboven uitbreiden |
Shift + Pijl-omhoog |
De selectie met de regel eronder uitbreiden |
Shift + Pijl-omlaag |
Naar het begin van de huidige alinea gaan |
Option + Pijl-omhoog |
Naar het einde van de huidige alinea gaan |
Option + Pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden tot het begin van de huidige alinea |
Shift + Option + Pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden tot het einde van de huidige alinea |
Shift + Option + Pijl-omlaag |
Naar het begin van de tekst gaan |
Command + Pijl-omhoog |
Naar het einde van de tekst gaan |
Command + Pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden tot het begin van de tekst |
Shift + Command + Pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden tot het einde van de tekst |
Shift + Command + Pijl-omlaag |
Het voorafgaande teken of de voorafgaande selectie verwijderen |
Verwijder |
Het volgende teken of de volgende selectie verwijderen |
Fwd Del (Del-toets); niet op alle toetsenborden beschikbaar |
Het gedeelte van het woord links van het invoegpunt verwijderen |
Option + Delete |
Het gedeelte van het woord rechts van het invoegpunt verwijderen |
Option + voorwaarts wissen |
Alineastijl kopiëren |
Option + Command + C |
Een alineastijl plakken |
Option + Command + V |
Tekengrootte vergroten |
Command + plusteken (+) of Command + isgelijkteken (=) |
Tekengrootte verkleinen |
Command + minteken (-) |
Inspringen met opsommingsteken |
Tab |
Opsommingsteken naar links verplaatsen |
Shift + Tab |
Een tab invoegen |
Option + Tab |
Regeleinde invoegen (soft return) |
Shift + Return |
Een alinea-einde invoegen in de hoofdtekst zonder een opsommingsteken toe te voegen |
Option + Return |
Naar het begin van de dia bladeren (tijdens het bewerken van tekst) |
Home |
Naar het einde van de dia bladeren (tijdens het bewerken van tekst) |
End |
De bewerking van tekst onderbreken en het invoervak of de vorm selecteren |
Command + Return |
Een opsommingsteken met de bijbehorende tekst selecteren |
Klikken op het opsommingsteken |
Opsommingstekens en tekst verplaatsen samen met alle onderliggende opsommingstekens en tekst |
Een opsommingsteken selecteren en slepen |
Diavoorstellingen afspelen
|
|
Diavoorstellingen afspelen |
Option + Command + P of klikken op de knop 'Speel af' in de knoppenbalk |
Diavoorstellingen vanaf het begin afspelen |
Option + klikken op de knop 'Speel af' in de knoppenbalk |
Naar de volgende animatie gaan |
Klikken, N, spatiebalk, Return, Page Down, Pijl-rechts, Pijl-omlaag of Shift + Pijl-rechts* |
Teruggaan naar de vorige animatie |
Shift + Pijl-links*, Shift + Page Up* of [ (linker vierkante haak) |
Naar de volgende dia gaan |
Shift + Pijl-omlaag*, Shift + Pijl-omhoog* of ] (rechter vierkante haak) |
Teruggaan naar de vorige dia |
P, Delete, Page Up, Pijl-links, Pijl-omhoog of Shift + Pijl-omhoog* |
Naar de eerste dia gaan |
Home |
Naar de laatste dia gaan |
End |
Terugbladeren door dia's die eerder zijn weergegeven |
Z |
De presentatie verbergen en het laatst gebruikte programma tonen |
H Opmerking: Als u met OS X Lion (versie 10.7) of hoger werkt en het Keynote-programmavenster schermvullend wordt weergegeven wanneer u
begint met het afspelen van de presentatie, kunt u op H drukken om de presentatie te beëindigen en terug te keren naar het
Keynote-venster.
|
De presentatie pauzeren en de huidige dia tonen |
F (druk op een willekeurige toets om verder te gaan) |
De presentatie pauzeren en een zwart scherm tonen |
B (druk op een willekeurige toets om verder te gaan) |
De presentatie onderbreken en een wit scherm tonen |
W |
De aanwijzer tonen of verbergen |
C |
Naar een specifieke dia in de diakiezer gaan |
Het dianummer opgeven |
Naar de volgende dia in de diakiezer gaan |
Plusteken (+) of isgelijkteken (=) |
Naar de vorige dia in de diakiezer gaan |
Minteken (-) |
Naar de huidige dia gaan en de diakiezer sluiten |
Return, Enter |
De diakiezer sluiten |
Escape |
De timer op het beeldscherm van de presentator op nul zetten |
R |
Omhoog bladeren door de aantekeningen op het beeldscherm van de presentator |
U |
Omlaag bladeren door de aantekeningen op het beeldscherm van de presentator |
D |
Schakelen tussen primair beeldscherm en presentatorbeeldscherm |
X |
De presentatie stoppen |
Escape, Q, Command + . (punt), of . (punt) |
Naar de volgende dia gaan |
N |
Films afspelen
|
|
De film terugspoelen (per beeld als deze is onderbroken) |
J (ingedrukt houden) |
De film onderbreken of afspelen |
K |
De film vooruitspoelen (per beeld als deze is onderbroken) |
L (ingedrukt houden) |
Naar het begin van de film gaan |
I |
Naar het einde van de film gaan |
O |
Werken met het navigatiepaneel voor dia's
|
|
Een nieuwe dia aanmaken op hetzelfde niveau als de geselecteerde dia |
Return, Enter |
Een dia naar rechts laten inspringen |
Tab |
Een ingesprongen dia naar links verplaatsen |
Shift + Tab |
De selectie uitbreiden tot de geselecteerde dia |
Shift + klikken |
De geselecteerde reeks toevoegen aan de eerder geselecteerde dia's |
Shift + slepen |
De geselecteerde dia toevoegen aan of verwijderen uit geselecteerde reeks dia's |
Command + klikken of Shift + klikken |
De geselecteerde reeks dia's toevoegen aan of verwijderen uit de eerder geselecteerde reeks dia's |
Command + slepen |
Een dia dupliceren |
Command + D of Option + dia slepen |
De volgende dia selecteren |
Pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden tot de volgende dia |
Shift + Pijl-omlaag |
De laatste dia selecteren |
Command + Pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden tot de laatste dia |
Shift + Command + Pijl-omlaag |
De vorige dia selecteren |
Pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden tot de vorige dia |
Shift + Pijl-omhoog |
De eerste dia selecteren |
Command + Pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden tot de eerste dia |
Shift + Command + Pijl-omhoog |
De geselecteerde dia's verwijderen |
Verwijder |
Naar de volgende dia gaan |
Pijl-omlaag |
Naar de vorige dia gaan |
Pijl-omhoog |
Naar de eerste dia bladeren (in het navigatiepaneel of in de lichttafelweergave) |
Home |
Naar de laatste dia bladeren (in het navigatiepaneel of in de lichttafelweergave) |
End |
Naar de eerste dia gaan (in het navigatiepaneel of in de lichttafelweergave) |
Command + Pijl-omhoog |
Naar de laatste dia gaan (in het navigatiepaneel of in de lichttafelweergave) |
Command + Pijl-omlaag |
Naar de vorige dia gaan (terwijl de focus op het diawerkgebied ligt) |
Page Up |
Naar de volgende dia gaan (terwijl de focus op het diawerkgebied ligt) |
Page Down, Control + V |
Vormen en bewegingspaden bewerken
|
|
Een aangepaste vorm bewerkbaar maken |
Op de vorm klikken en er vervolgens nogmaals op klikken |
Een punt van een bewerkbare vorm verplaatsen |
Op een punt klikken en deze naar een andere locatie slepen |
Een punt van een bewerkbare vorm verwijderen |
Op een punt klikken en op de Delete-toets drukken |
Een punt toevoegen aan een bewerkbare vorm |
Option + klikken op de rand van de vorm waar u een punt wilt toevoegen |
Een hoekpunt van een bewerkbare vorm wijzigen in een gebogen punt |
Dubbel klikken op het hoekpunt |
Een gebogen punt van een bewerkbare vorm wijzigen in een hoekpunt |
Dubbel klikken op het gebogen punt |
De curve van een bewerkbare vorm een andere vorm geven |
Op een punt van de curve klikken en de grepen verplaatsen |
Diagramgegevens bewerken
|
|
De diagramgegevenseditor tonen of verbergen |
Shift + Command + D |
Een waarde in een cel invoeren en een cel omlaag gaan |
Return |
Een waarde in een cel invoeren en een cel omhoog gaan |
Shift + Return |
Een waarde in een cel invoeren en een cel naar rechts gaan |
Tab |
Een waarde in een cel invoeren en een cel naar links gaan |
Shift + Tab |
Eén teken naar links of rechts gaan of naar het begin (omhoog) of einde (omlaag) van de tekst gaan |
Pijltoetsen (tijdens het bewerken van tekst) |
Een waarde in een cel invoeren en de cel selecteren |
Enter |
Eén cel verplaatsen in een bepaalde richting |
Pijltoetsen (wanneer een cel is geselecteerd) |
Naar het begin van de rij gaan |
Home |
Naar de laatste niet-lege cel aan het einde van de huidige rij gaan |
End |
De selectie uitbreiden met één cel |
Shift + pijltoetsen |
De selectie uitbreiden tot het begin van de rij |
Shift + Home |
De selectie uitbreiden tot het einde van de rij |
Shift + End |
Werken met tabellen
|
|
Een rij boven de geselecteerde cellen toevoegen |
Option + Pijl-omhoog |
Een rij onder de geselecteerde cellen toevoegen |
Option + Pijl-omlaag |
Een kolom aan de rechterkant van de geselecteerde cellen toevoegen |
Option + Pijl-rechts |
Een kolom aan de linkerkant van de geselecteerde cellen toevoegen |
Option + Pijl-links |
De geselecteerde tabel, de geselecteerde rand, het geselecteerde randsegment of de inhoud van geselecteerde cellen verwijderen |
Verwijder |
De verplaatsing van de tabel beperken en uitlijnen op hulplijnen |
Shift + tabel slepen |
Een tabel dupliceren tijdens het verplaatsen |
Option-toets ingedrukt houden en slepen |
De inhoud van een geselecteerde cel vervangen door de inhoud van een andere cel |
Geselecteerde cel naar een andere cel slepen |
Cel selecteren |
Op cel van geselecteerde tabel klikken of dubbel klikken op de rand van een niet-geselecteerde tabel |
De inhoud van een geselecteerde cel naar een andere cel kopiëren |
Option + geselecteerde cel naar een andere cel slepen |
De selectie uitbreiden van de geselecteerde cel tot de doelcel |
Shift + klikken in doelcel |
Een cel toevoegen aan of verwijderen uit de selectie |
Command + klikken op geselecteerde of niet-geselecteerde cel |
Tekstbewerkingsmodus oproepen |
Return of Enter (tijdens het bewerken van de cel) |
De bewerking van een cel onderbreken en de cel selecteren |
Command + Return |
Een rand selecteren |
Klikken op de rand van een geselecteerde tabel of dubbel klikken op de rand van een niet-geselecteerde tabel |
Een rand toevoegen aan of verwijderen uit de selectie |
Shift + klikken op de rand |
Een randsegment selecteren |
Dubbel klikken op een randsegment, of drie keer klikken op een randsegment als de tabel niet is geselecteerd |
Een randsegment toevoegen aan of verwijderen uit de selectie |
Shift + klikken op een randsegment of Command + klikken op een randsegment |
De rand naar een nieuwe positie verplaatsen |
Geselecteerde rand slepen |
De geselecteerde tabel of rand of het geselecteerde randsegment één pixel verplaatsen |
Pijltoets |
De geselecteerde tabel of rand of het geselecteerde randsegment tien pixels verplaatsen |
Shift + pijltoets |
De volgende tabelcel selecteren (links, rechts, omhoog of omlaag) |
Pijltoetsen (wanneer een cel is geselecteerd) |
De celselectie uitbreiden met één cel |
Shift + pijltoetsen (wanneer een cel is geselecteerd) |
De volgende cel selecteren (of, als het om de laatste cel gaat, een nieuwe rij toevoegen) |
Tab |
Vorige cel selecteren |
Shift + Tab |
De bewerking van een cel onderbreken en de tabel selecteren |
Twee keer drukken op Command + Return |
Een tab invoegen op het invoegpunt in de geselecteerde cel |
Option + Tab (tijdens het bewerken van tekst) |
Een tabel aanmaken door te slepen |
Option + klikken op de knop 'Tabel' in de knoppenbalk en vervolgens slepen om de afmetingen van de tabel te wijzigen (de Option-toets ingedrukt houden om de afmetingen van de tabel vanuit het midden te wijzigen) |
Tabelopmaakmenu openen voor geselecteerde tabel of cellen |
Control + klikken op tabel |
Door absoluutheid van geselecteerde verwijzing(en) bladeren (Shift voor omgekeerde volgorde) |
Command + K, Shift + Command + K |
Door absoluutheid van de begin- en eindcellen van de geselecteerde verwijzing(en) bladeren (Shift voor omgekeerde volgorde). |
Option + Command + K, Shift + Option + Command +K |
Toetscombinaties voor formules (in tabellen)
|
|
De formule-editor openen voor een geselecteerde cel die geen formule bevat |
= |
De formule-editor openen voor cel met formule of opgemaakt getal |
=, Return, Enter of dubbel klikken |
Wijzigingen bewaren in de formule-editor |
Return of Enter, of klikken op de knop 'Accepteer' |
Wijzigingen ongedaan maken in de formule-editor |
Escape of klikken op de knop 'Annuleer' |
Een celverwijzing aanmaken op het invoegpunt in formules (in tabellen)
|
|
Een geselecteerde celverwijzing uitbreiden of verkleinen |
Shift + Option + pijltoetsen |
In een rij of kolom naar de eerste of de laatste cel navigeren die geen koptekstcel is |
Option + Command + pijltoetsen |
Een geselecteerde celverwijzing weer omzetten in tekst |
Option + Return |
Een regeleinde invoegen |
Option + Return |
Een tab invoegen |
Option + Tab |
Algemeen
|
|
Een nieuw document aanmaken in de themakiezer |
Shift + Command + N |
Het venster 'Lettertype' tonen |
Klikken op 'Letter' in de knoppenbalk of Command + T |
Opmaakbalk tonen of verbergen |
Shift + Command + R |
Het venster 'Kleuren' tonen |
Klikken op 'Kleur' in de knoppenbalk of Shift + Command + C |
Het infovenster tonen |
Klikken op 'Info' in de knoppenbalk of Option + Command + I |
Linialen tonen |
Command + R |
In- of uitzoomen |
Klikken op de zoomknop (linksonder in het diavenster) of Command-> (inzoomen), Command-< (uitzoomen) |
Keynote Help openen |
Command + ? |
De knoppenbalk tonen of verbergen |
Command + Option + T |
Bewegingen op het trackpad van ondersteunde computers
|
|
Naar de volgende dia of animatie gaan (presentatiemodus) |
Met drie vingers van links naar rechts vegen |
Naar de vorige dia of animatie gaan (presentatiemodus) |
Shift + met drie vingers van rechts naar links vegen |
Naar de vorige dia gaan (presentatiemodus) |
Met drie vingers van rechts naar links vegen |
Geselecteerde afbeelding of vorm of geselecteerd tekstvak of diagram vanuit het midden vergroten of verkleinen |
Twee vingers van elkaar af of naar elkaar toe bewegen |
Geselecteerde afbeelding of vorm of geselecteerd tekstvak rond het midden roteren |
Met twee vingers draaien |
Roteren van geselecteerde afbeelding of vorm of geselecteerd tekstvak tot 45° beperken |
Shift + met twee vingers draaien |
Lettergrootte van geselecteerde tekst vergroten of verkleinen |
Twee vingers van elkaar af of naar elkaar toe bewegen |