U kunt de lijndikte en kleur van celranden wijzigen. U kunt ook de rand van een willekeurige cel verbergen.
Selecteer de randsegmenten van de cel die u wilt opmaken.
Zie Tabelcelranden selecteren en verplaatsen voor uitgebreide instructies.
Om de lijnstijl te wijzigen, klikt u op het venstermenu 'Lijn' in de opmaakbalk en selecteert u een ononderbroken lijn, een onderbroken lijn of 'Geen' (om de randen onzichtbaar te maken).
Om de lijndikte te wijzigen, geeft u een getal op in het veld naast het venstermenu 'Lijn'.
Typ een waarde in het veld als u een waarde buiten het bereik 0,25-10 wilt opgeven.
Om de lijnkleur te wijzigen, klikt u op het kleurenvak en selecteert u een kleur uit de kleurentabel. Kies 'Toon kleuren' voor meer kleuropties.
U kunt de stijl voor randsegmenten ook opgeven in het paneel 'Tabel' van het infovenster 'Tabel'. Zie Het venster 'Kleuren' voor instructies voor het selecteren en beheren van kleuren via het venster 'Kleuren'.